We staan aan de vooravond van de grote uittocht. In heel Europa verheugen we ons op de maanden dat we er massaal op uit trekken. Blij dat we eenvoudig de grens kunnen passeren en met hetzelfde geld kunnen betalen als we thuis gebruiken. Ik weet nog dat we voor ieder land dat we passeerden geld moesten meenemen of ter plekke wisselen. Pinautomaten waren er nog niet. En in het weekend waren de banken en postkantoren dicht. Het was een beetje organiseren van te voren.

Zonder internet was het altijd spannend waar je terecht zou komen. Lag de hele camping zo mooi, of alleen het plekje op de foto? Was het appartement echt gezellig midden in het dorpje en met uitzicht over zee? Of stond in de beschrijving alleen wat aantrekkelijk klonk en stond er niet wat je niet wilde horen en dus ook niet wilde zien bij aankomst. Je had geen review om te controleren of het wel echt een goede bestemming was.

Als wij op reis gaan naar onze zorgvuldig gekozen bestemmingen zullen we gelukkig nauwelijks meer last hebben van de mensen die de andere kant op reizen. De stroom die ons een paar maanden geleden nog bang maakte is teruggebracht tot een hanteerbaar aantal, waar we goed rekening mee kunnen houden. Als ze in Griekenland en Italië alsjeblieft nog willen zorgen voor een goede opvang buiten het zicht van de stranden en de gezellige terrassen.

En als we ons toch nog ergens druk over willen maken, laten we het dan hebben over de vraag wie misschien exit gaat. Griekenland waarschijnlijk niet meer. Maar als we nu zelf eens een referendum organiseren. En dan net zoals in Engeland, dat ze tenminste moeten doen wat de uitkomst is. Dan kunnen we ook in ons land eens echt discussiëren over de ellende die Europa ons brengt. Natuurlijk niet met mensen die er voor geleerd hebben. Die zijn saai. Gewoon over wat jij en ik er van denken.

Eigenlijk is het in de kerk net zo. De mensen die er voor geleerd hebben zijn zoo saai. Geen wonder dat er steeds minder mensen komen. Ze doen ook altijd moeilijk over dingen waar je dan weer over moet nadenken. Waarom kan het niet gewoon leuk zijn. En gezellig. Dat je er tenminste met plezier naar toe gaat. Dan vind ik het ook helemaal niet erg om iets in de collectezak te doen. Nu stemmen de mensen met de voeten. De exit is al jaren gaande.

In de woestijn had het volk grote moeite met hun leider Mozes. Hij wilde maar niet naar hen luisteren. Alle goede plannen die ze hadden, werden steeds door hem afgewezen. Alles wat het een beetje leuk had kunnen maken, mocht weer niet. En als ze zelf het initiatief namen werd hij woest. Hij had alle tijd om daar ver boven hun hoofden met God te praten. Maar het steeg hem naar de bol. Dacht hij nu echt dat hij meer was dan zij?

In de documentaire “de Hokjesman”, werd dit seizoen ook Drenthe bezocht. Een paar hoogleraren zaten aan een tafel met kleedje. Gewone jongens en dat wilden ze graag zo houden. Want als de Drenten er achter kwamen dat ze gepromoveerd waren, zouden ze hen “snakkers” noemen. Ik was het woord al weer bijna vergeten. Je moet niet snakken; denken dat je meer bent dan een ander. In Drenthe is iedereen gelijk. Je kunt hoogstens een beetje dom zijn, maar dat doet er niet toe.

Het lijkt of de meest negatieve vorm van de onderlinge omgang in Drenthe, de maat van het gesprek in Nederland wordt. De mening van iedereen is evenveel waard. En als je er voor geleerd hebt, ben je verdacht. Als je in de politiek zit, ben je verdacht. Als je voor de media werkt, ben je verdacht. Als je van de kerk komt, ben je verdacht. Exit iedereen die het lastig maakt om gewoon lekker dom te kunnen zijn. En ondertussen zijn we er vast van overtuigd dat het dan allemaal wel goed komt.

Of gebruiken we de komende zomer voor bezinning, hoe we kunnen voorkomen dat dit voorspelbaar afloopt, en lezen we een goed boek, bijvoorbeeld de Bijbel. Niet alleen om onszelf bewust te worden van de risico’s, maar vooral van de mogelijkheden. Hoe we zelf iets kunnen doen aan de teloorgang. Te beginnen met de zorg voor de ander. De zorg voor mensen die we kennen en mensen die we niet kennen. Want juist bij de laatsten ontmoeten we onszelf. Wie ben ik, waar ben ik mee bezig?

De onbekende anderen houden ons een spiegel voor. Zij zijn degenen die de andere kant op reizen; niet naar het zuiden maar naar het noorden. Beseffen wij wel waarom ze dat doen? Voor ons geld? Of kan het zijn dat zij gehoord hebben van landen waar rechtvaardigheid bestaat? Dat je een eerlijke kans krijgt, zoals wij als eerste artikel in de grondwet schreven. Zou het zo kunnen zijn dat zij beter zien dan wij wat de waarde is van een samenleving die wortelt in de christelijke waarden en normen?

Misschien hebben we hen wel nodig om tot een herbezinning te komen. Wie is op de goede weg? Hun komst heeft misschien wel meer met ons te maken, dan we zelf durven toe te geven. Hadden wij niet meer kunnen doen om te voorkomen dat zij oversteken? Vluchten wij misschien voor onze herkomst, of eigenlijk voor onze toekomst? Mozes leidde zijn volk naar het beloofde land. Maar ze vertrouwden de belofte niet. Hoe staat het met ons vertrouwen? Geloven wij nog in God?

ds. Roel Knijff