Op donderdag 4 mei werd weer de traditionele herdenking gehouden in de Protestantse kerk met dit jaar als thema ‘Leven met oorlog’. Dominee Marloes Meijer sprak een herdenkingswoord en er waren muziek en zang. Ook werd een gedicht voorgelezen. Overige gedichten werden gepubliceerd in een boekje dat na afloop werd uitgereikt.
Aansluitend volgt een stille tocht naar het monument aan de Achterstraat, waar bloemen worden gelegd en waar om 20:00 twee minuten stilte in acht wordt genomen, na het spelen van de Taptoe. 

Herdenkingswoord ds Marloes Meijer

Geen enkele hoop was er meer, voor die 18 mannen. Vanmorgen zijn ze uit hun cel gehaald, met bevend hart op weg gegaan. Langs de duinen, waarachter de zee onverstoorbaar ruiste. De natuur ongenadig prachtig om hen heen.

Nu staan ze op de Waalsdorpervlakte. Voor hen staat de dood, zichtbaar in de ogen en geweren van die blonde jongemannen. Wanneer zal het commando klinken?

Ineens begint een van hen te zingen. Een bekende psalm, die ze al zo vaak zongen. ‘Geduchte God, hoor mijn gebeden, strijd voor mijn recht en maak mij vrij.’

Hun leven lang al, zongen ze dat lied, de berijmde versie van de psalm die we zojuist lazen, telkens als het zwaar was. “doe mij recht God. Je bent onvindbaar nu. Heb je mij afgewezen?” Om tegelijk ook te weten: “als ik ooit jou weer ontmoet, dan zal ik het uitzingen van vreugde.” Omdat ze wisten: de liefde, Gód, is er altijd, ondanks alles, midden in alles.

Dat kun je makkelijk ontkennen. Maar dan rest er, op zware momenten, in tijden van wanhoop, helemaal níks. Sta je in een donker bos, en zie je nergens licht.

Deze mannen stonden aan de rand van de afgrond, maar bleven geloven dat God er moest zijn. Zelfs in de oorlog, zelf in die diepe afgrond, zelfs in de dood.

Het was dat geloof dat hun leven in oorlogstijd richting had gegeven. Zij geloofden dat God zichtbaar werd, daar waar recht wordt gedaan. Vanuit die overtuiging waren zij bij het Verzet gegaan. Waren ze opgekomen voor hun medemensen. Ook al waren die mensen anders dan zij en werden ze door de heersende machten bestreden als ongedierte. Hun ziel was ongerust geraakt, door het lot dat hun medemensen trof.

Nu staan ze daar. Natuurlijk zijn ze ongerust, fladdert hun ziel door hun borst van angst. En nu niet alleen vanwege anderen, maar ook om hun eigen lot. En tegelijk durven ze nog steeds te geloven dat niet de vijand, niet de geweren en het geweld het zullen winnen, maar de liefde die ziet en redt.

Zij waren bereid hun leven ervoor te geven.

Net als zovelen uit binnen- en buitenland die hebben gestreden en nog altijd strijden om ieder mens recht te doen.

Leven onder oorlog is zo ontzettend ingewikkeld, want hoe kies je goed? Wat moet je doen? En hoe voorkom je dat je dezelfde fouten maakt als de vijand?

Telkens weer worden mensen gezien als goed of fout op basis van hun levenskeuzes. En telkens weer dragen hun kinderen daar de gevolgen van.

Hoe kies je goed?

Misschien staat het goede antwoord wel in het gedicht van Juul, dat we straks gaan horen. Als je ziet dat een ander graag met jou zou willen ruilen, omdat jij het zoveel beter hebt, dan is dat degene voor wie je op moet komen, die je moet helpen, die recht moet worden gedaan.

Laat je raken door je medemens.

Blijf niet onverschillig. Denk niet: het is een mens die anders is, het is een oorlog van anderen, het is niet mijn leed, ik sta erbuiten. Sluit je ziel niet af, maar blijf geloven. Soms tegen alles in. Blijf geloven dat het moet kunnen: dat ieder mens recht wordt gedaan. Het moet toch kunnen dat niet overheersing en geweld, maar medemenselijkheid en liefde op aarde heersen?

Daarom: zing je ziel steeds weer open. Zodat we in ieder mens dat we ontmoeten, de liefde, God, kunnen zien.

Gedicht geschreven door Juul

De oorlog is net begonnen
het meisje hoort vliegtuigen en bommen
het is 2023 en ik ben blij
het meisje in 1940 wil wel ruilen met mij.

Het meisje heeft geen vrijheid meer
Joden worden gevangen genomen keer op keer
het is 2023 en ik ben blij
het meisje uit het concentratiekamp wil wel ruilen met mij.

Het meisje heeft honger en haar lippen zijn blauw
ze at zelfs bloembollen in de kou
het is 2023 en ik ben blij
het hongerige meisje wil wel ruilen met mij.

Overal op straat is het feest
alle ellende is eindelijk geweest
in 1945 is de oorlog voorbij
het meisje en ik zijn allebei blij.