Hervormingsdag 2012, kerkblad dec. 2012 en jan. 2013

De avond is indertijd aangekondigd in dit blad: 31 oktober Hervormingsdag door de ogen van de doopsgezinden. Het was om acht uur ’s avonds. Ik ging er heen met het idee dat het een min of meer gewone kerkdienst zou worden: een voorganger en kerkmensen die in de kerk zitten, keurig in rijtjes, achter elkaar. Je luistert en zingt mee met de liederen die opgegeven worden en verder zeg je niet veel.

Nee,  dit was iets heel anders. Er waren rooms-katholieke bezoekers en hervormden en gereformeerden en doopsgezinden en remonstranten en KPN-ers en wie weet wat nog meer. Lutheranen misschien niet, ik heb ze niet waargenomen, maar dat zegt niet alles.

We werden in een grote kring neergezet. Een kring van ongeveer dertig mensen – en toen kregen we koffie. We kregen ook een allemaal een papiertje om op te schrijven: Waar denk ik (Jan G., PKN) aan bij het woord ‘doopsgezind’? En bij het woord rooms-katholiek? Enzovoort.

Ik kreeg dan ook een ander papiertje dan mijn doopsgezinde buurman. Die moest bijvoorbeeld opschrijven waar hij aan dacht bij het woord PKN.

Ja, daar kwamen wel wat meningen, (voor)oordelen aan het licht.

Het was een heel plezierige ervaring om al die mensen van verschillende gezindte bij elkaar te zien, allemaal goedsmoeds over elkaar en met elkaar pratend. Elkaar niet verketterend.

Er was wel (na afloop) de klacht dat veel mensen elkaar niet verstonden. Er was geen losse microfoon en wanneer aan deze kant van de kring iemand iets zei dan konden ze dat aan de andere kant van de kring niet altijd goed horen. Nou ja, je kunt nou een keer niet alles hebben…

De doopsgezinde ds. Ineke Reinhold hield een goed verhaal, vond ik. En ik kon haar goed verstaan. De doopsgezinden zijn vanaf het begin hevig vervolgd. Door de rooms-katholieke kerk maar na de reformatie hier in Nederland ook door de jonge gereformeerde kerk.

Wat was er nou toch zo erg aan, dat die mensen hun kinderen niet lieten dopen en dat ze zich als volwassenen lieten dopen?

In die tijd was er geen burgerlijke stand zoals wij die nu hebben. Er waren wel doopboeken; aan de hand van die boeken kon men heel aardig nagaan wanneer wie waar geboren was. Maar dan moet men zijn kinderen wel laten dopen, anders werkt het niet! Die doopsgezinden waren dwarsliggers, vond men, anarchisten! En dan wilden die doopsgezinden bij rechtszaken ook geen eed afleggen. (Mat. 4:34) En ze wilden ook nog eens geen dienst nemen in het leger. Het kwam wel voor, zo begreep ik, dat de doopsgezinden de brandweer verzorgden en dat maakte wel weer wat goed. Een soort vervangende dienstplicht. Maar in het algemeen zag men die mensen als dwarsliggers. Ze waren tegendraads. Lastig.

Ik heb ergens iemand horen zeggen dat er misschien een vervolg op deze avond komt. Het is wel een heel erg vage toezegging, dat geef ik wel toe. Maar mocht er inderdaad nog zo’n avond komen, dan ga ik er wel heen.

Jan Geevers