Hieronder vindt u de overdenking voor zondag 15 maart van Ds. Bernadette van Litsenburg uit Eindhoven. Zij zou op deze dag voorgaan in onze kerk. De dienst is echter afgelast als maatregel tegen verdere verspreiding van het corona-virus. Wij wensen iedereen een goede zondag toe!

Overdenking: Op weg naar het Paasfeest

Exodus 17: 1-7, Johannes 4: 5-26 Engelen 15 maart 2020

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Een van de ontroerendste mensen in het Oude Testament is voor mij Mozes. Iedereen die op een bepaalde manier verantwoordelijkheid ergens voor draagt, kan zich in hem herkennen: ouder in een gezin, leerkracht op school, bestuurder of leider van een vereniging of kerk: op het moment dat je een opdracht voelt, een verzoek aanvaard hebt of dat je in een situatie beland bent, dat je verantwoordelijkheid draagt voor anderen, zoals je kinderen, scholieren leden. Je voelt je verantwoordelijk en wilt het beste, maar je loopt op tegen schaarste aan middelen. Je kunt niet bieden wat eigenlijk nodig is. Je kunt je mensen niet overtuigen van de noodzakelijkheid van bepaalde maatregelen. Dan kom je frustratie tegen of verzet, boosheid of verdriet.

Dat alles kun je herkennen bij Mozes, Mozes, die zich door de Eeuwige heeft laten opzadelen met een schier onmogelijke opdracht: het volk wegleiden uit Egypte op weg naar een nieuw leven in het beloofde land, het land van melk en honing. En dat zal allemaal wel zo zijn, maar de weg daarnaar toe zit vol met tegenslag en boosheid, die allemaal op het hoofd van Mozes terecht komen. Hij wordt er zelf langzamerhand wanhopig van. 

In deze 40-dagentijd horen we allerlei stadia van de geschiedenis van de Eeuwige met zijn volk. Twee weken geleden begon dat met de schepping van de mens en de zondeval. Vandaag horen we dat het water op is. Mozes is ten einde raad, roept de Eeuwige aan en alles loopt goed af.

Behalve veel punten van herkenning heeft dit verhaal ook een diepere, een spirituele laag. Dorst, verlangen naar water, is in de bijbel ook de uitdrukking van een diepere behoefte, een geestelijk verlangen. Laten we het maar ‘dorst van de ziel’ noemen.

En hoewel het volk het Mozes erg moeilijk maakt met hun gejammer, kan ik me er ook wel wat bij voorstellen. Mozes heeft met een goed verhaal, met een mooi ideaal, nl. een vrij leven in een prachtig en vruchtbaar land, de mensen overgehaald om met hem op pad te gaan, maar het blijkt onderweg alleen maar kommer en kwel. Materieel hadden ze het in Egypte beter. Waar is die God dan die met hen mee gaat? Voor hen een vreemd iets, want inmiddels waren ze gewend aan de lokale Egyptische goden. Dan is het toch begrijpelijk, dat het volk zich afvraagt of die God wel echt met hen meegaat? Waar moet dat uit blijken?

Dus via Mozes stellen ze in feite de Eeuwige op de proef. Maar misschien is het ook wel andersom: Het verbond tussen God en het volk is nog niet gesloten en de Eeuwige wil eigenlijk ook wel eens weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Het is aftasten van beide kanten. Het volk is ook bezig met overleven, fysiek, maar ook geestelijk. Zij zijn hun levensweg, hun droom, hun ideaal even kwijt. Ze moeten weer terug op hun pad gezet worden. Een weg door de woestijn is een weg van weerstand en weerbarstigheid, een weg ook van het op zoek gaan naar de gezamenlijke identiteit. Dat wat je ook tijdens een pelgrimstocht doet. Anselm Grün noemt pelgrimeren: ‘de weg van ons verlangen gaan. Dat verlangen voert ons echt verder dan deze wereld. Het leert ons dat er iets in ons leeft, dat deze wereld overstijgt.’ En dan is lijfelijke ervaring ook belangrijk. Voor iedere pelgrim vertegenwoordigen de pijnlijke voeten, de gedwongen omwegen, de herbergen waar het krioelt van de vlooien en de blijken van gastvrijheid het wel en wee van het leven. Je komt anders terug dan je vertrekt.

Zo is het, lieve mensen, ook met ons, hier, zoals we met elkaar op weg zijn naar een nieuwe identiteit. Allemaal doen we ons best om er een mooie tocht van te maken, waarbij het zo belangrijk is, dat we de spiritualiteit niet uit het oog verliezen. 

Er is een korte parabel die zegt: Als je een schip wilt bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. Leer ze in plaats daarvan te verlangen naar de eindeloze zee. Met andere woorden: Natuurlijk moeten we als gelovigen alles goed regelen, maar vergeet vooral niet met elkaar te praten, van mens tot mens, elkaar te ontmoeten van ziel tot ziel. Daar moeten we vooral te tijd voor nemen. Natuurlijk zullen we tegen obstakels oplopen, want ook wij moeten onze gezamenlijke identiteit nog vinden. Maar als het gaat om het vinden van nieuw leven, zul je veel moeten loslaten, afwassen, kopje onder gaan. Maar met leven gevend water, in de woestijn is dat echt zo, kunnen we de grens naar dat leven oversteken.

Over een week, op 22 maart, is het wereldwaterdag. Vooral drink- en irrigeerwater is van cruciale betekenis voor iedere vorm van leven. In beide lezingen is water een belangrijk thema. In beide lezingen heeft water ook te maken met grenzen overgaan: Bij Mozes de grens van ‘je in vertrouwen overgeven aan deze God, bij Jezus in het Johannesevangelie gaat het om andere grenzen. Water is ook een natuurlijke grens. In Friesland hebben de weilanden geen hekken. De sloten zorgen ervoor dat het vee op zijn eigen terrein blijft. Ik herinner me uit mijn jeugd vakanties in Limburg, waarbij de Maas de grens was tussen Brabant en Limburg. Ik mocht vaak gratis mee op de pont aan de overkant en had dan echt het gevoel in een andere wereld te komen.

Als je altijd vasthoudt aan grenzen en regels, zal dat nieuwe leven er niet komen. Denk aan hoe Donald Trump het nu in de Verenigde staten probeert te regelen. Dat drukt ieder nieuw leven de kop in. Dat is zo mooi aan Jezus. Hij gaat het gewoon aan om grenzen te verleggen, te verbreden. Wat anderen daarvan vinden, kan hem niets schelen. Hij heeft een ideaal: mensen naar de diepe waarde van het bestaan brengen, bij zichzelf brengen en dan kun je niet altijd de gebaande paden volgen, binnen de grenzen van de regels blijven.

Jezus overtreft hier twee taboes: Hij praat als jood met een Samaritaanse en hij praat als man met een vrouw. Het is een onverwachte situatie die op toeval lijkt. Bestaat toeval wel? Of is het, zoals iemand eens zei, de meest anonieme manier, waarop God zorgt dat ons bepaalde dingen toevallen?

In ieder geval gebeurt hier iets bijzonders. Jezus heeft dorst en vraagt water aan de vrouw. De vrouw vindt dat wel raar, maar de ontmoeting is daar. Er vindt echt een pastoraal gesprek plaats tussen Jezus en deze anonieme vrouw. Deze vrouw, die nog nooit rust in haar leven gevonden heeft. Ze is al met haar zesde man. Zou iemand al wel eens een echt gesprek met haar gehad hebben? Zou iemand wel eens gehoord hebben wat haar verlangen is? In die tijd, en helaas ook nog in deze tijd, praten mannen met mannen en zijn meestal niet geïnteresseerd in het verhaal van een vrouw. Maar ze raakt onder de indruk van Jezus en ze hebben een echte ontmoeting, een goed gesprek. En doordat Jezus haar neemt zoals ze is, haar niet in een hokje stopt, kan ze los komen. Deze zevende man Jezus, natuurlijk niet voor niets de zevende, het getal van de volmaaktheid, brengt haar bij zichzelf. Hij is voor haar leven gevend water.

Het is misschien wel aardig om te vertellen dat Paus Franciscus in een interview opmerkt, dat Jezus zich niet verliest in een theologische discussie met de Samaritaanse vrouw, maar de vrouw met beide benen op de grond zet. Het gaat niet om aanbiddingsplaatsen. Het gaat om plaatsen waar mensen zich kunnen laven aan levend water, een plaats waar je geestelijke dorst gelest kan worden, waar je weer energie op kunt doen. Dat kan overal, maar laten we vandaag maar eens de kerk nemen, onze kerk, een plaats van rust en aandacht, van gezang en gebed, een plaats waar het ideaal van een gemeenschap zijn verbonden met de Eeuwige vorm kan krijgen. Dan kunnen ook wij een bron van levend water zijn voor ieder die dorst heeft. Een plaats van ontmoeting met de Eeuwige en met elkaar. Ik was onlangs een paar dagen in Berlijn en daar kwam ik de volgende tekst tegen: Thoughts become Things: gedachten worden tastbaar, vrij vertaald: idealen worden waar. Laten we zo op weg gaan naar het Paasfeest.

In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest