Rouwluiden

Sommigen hebben het opgemerkt op 15 juni jl.: als inleiding op de uitvaart van Gardi Geevers-Hulzebos klonk er een ander klokgelui dan we normaal gewend zijn. De klok deed niet een vrolijk bimbam, maar een wat ingetogen bim, bim, bim. Was er een nieuwe klokluider bezig die het nog niet zo goed kon, of niet wist hoe het moest? Nee, het was jullie eigen klokluidster Amelia, die voor deze gelegenheid de “rouw klok” luidde. Vanzelfsprekend dient de rouw klok niet dat uitbundige te hebben van de gewone oproep tot kerkgang of de Kerstklok of het luiden tussen Oud- en Nieuwjaar. Vergelijk het met de “omfloerste trom” bij muziekkorpsen.

P1120774

Amelia Oosterveld, hier samen met Sterre Meijer de kerkklok luidend, ter gelegenheid van het kinderkerstfeest 2011

Nog nooit in alle twaalf jaar dat ik in Engelen de klok luid, had ik de gelegenheid gekregen rouw te luiden. Wel een keer de klok geluid toen de familie van de overledene had aangegeven te luiden tot de stoet het kerkhof bereikt had. Toen ben ik tevoren gaan proeflopen om te weten hoeveel tijd het kost om die afstand af te leggen. Acht minuten.

Wat is het toch jammer dat we niet meer de gebeurtenissen kunnen lezen aan de hand van het luiden van de klokken. Een ooit op een boekenmarkt gekocht boek: “De mensch en de klokken”, geschreven door Elisabeth Bergstrand-Poulsen (uitgegeven Meulenhoff, 1940, uit het Zweeds vertaal door N. Basenau-Goemans) vertelt in elf hoofdstukken de betekenis van de berichtgeving door het luiden van klokken: de Kerstklok, de noodklok, de etensklok, het “luiden voor de zielen”. Hoorden in dat Zweedse dorpje de in het veld werkende boeren de noodklok (de zwaarste van de drie klokken) dan speurden ze de omgeving af. Waar een grote rookwolk opsteeg, daar stond een boerderij in brand. Hoorden ze eerst de grote, dan de middelste, dan de kleinste klok, dan betekende het dat er een man was overleden; eerst de middelste, dan de grote en dan de kleinste klok, dan gold het het overlijden van een vrouw. Natuurlijk kunnen we in Engelen niet zoveel nuances aangeven met dat ene klokje dat in ons torentje hangt. We kunnen alleen blij luiden of rouwluiden. Jullie klokluidster heeft echter in de loop van die twaalf jaar zelf een aantal luidmodellen bedacht:

– 60 tellen: over een half uur begint de kerkdienst;

– 2x 60 tellen: over een half uur begint de kerkdienst en er zal gedoopt worden;

of: een bruid gaat de kerk binnen;

of: de organist jubileert (een paar jaar geleden vierden wij dat Piet van de Grint 40 jaar ons orgel bespeelde).

Maar dit alles terzijde; het was mij een voorrecht om bij de uitvaart van Gardi Geevers-Hulzebos twee keer de rouw klok te mogen luiden. Voor de dienst en toen de kist de kerk verliet.

Amelia Oosterveld

Kerkblad Samen, 35e jaargang nr. 7&8 juli – augustus 2007