We zitten al even in de veertigdagentijd. Een tijd die gaat over inkeer, boetedoening en vasten. Het zijn geen woorden waar je in eerste instantie heel enthousiast van wordt. Dat is ook niet zo vreemd. We horen ze vaak vanuit een grondig plichtsbesef of zwaar verwachtingspatroon. Dat ligt er dik bovenop en drukt dus neer. Zeker in deze tijd, waarin we al zoveel moeten laten, is dat niet echt waar we behoefte aan hebben.

Toch klopt dat niet. Want inkeer, boetedoening en vasten komen voort uit het tegenovergestelde: opstanding en bevrijding! Het begint vanuit Pasen, het grote feest van Gods bevrijding. Bevrijding van alles wat neerdrukt en klein houdt, tot de laatste grens van de dood aan toe. Bevrijding die leven mogelijk maakt. En dat leven gaat niet over plichten. Dat leven gaat over ruimte. Jezus verschijnt aan mensen in de verdrukking. De vrouwen in rouw. De leerlingen, angstig verscholen in hun huis. De mannen, die de plaats van het heil verlaten, afdwalen van wat goed is. Daar verschijnt Jezus om wegen te banen, om leven mogelijk te maken. Het zou zomaar kunnen dat wij ons wel herkennen in de mensen waar Jezus aan verschijnt. Omdat wij soms ook een pijnlijk afscheid moeten zien te verwerken, omdat wij soms ook angst als raadgever hebben, en omdat wij soms ook de wegen kiezen die niet de beste blijken te zijn. Er is van alles dat ons tegenhoudt om voluit te leven, dat ons in de ban houdt. Stel dat we de tijd en de moed zouden hebben om daarbij stil te staan… Soms is het behoorlijk confronterend om te merken wat ons in de klem houdt. Want we zijn het zo gewend en hebben het geaccepteerd door het goed te praten voor onszelf. Als je er dan bij stilstaat en merkt hoe je jezelf tekortdoet en hoe je anderen dingen onthoudt, kan dat soms pijnlijk zijn. Je dat realiseren en het voor jezelf (en vervolgens voor anderen) erkennen is geen sinecure. Maar pas wanneer je erkent wat er kapot is, kun je het heel laten worden. Stel dat we de tijd en de moed zouden hebben om dat te erkennen…

We hebben de tijd. Veertig dagen lang. Om stil te worden, rust in te laten dalen en de confrontatie aan te gaan met ons diepste zelf. Dat zijn geen makkelijke dagen. Maar telkens, na zes vastendagen, kunnen we weer moed krijgen. Elke zondag in de veertigdagentijd vieren we alvast een beetje Pasen. Zodat we niet vergeten wat het doel is, van de inkeer en boete, van de bezinning en de mogelijke gevolgen daarvan: nieuw leven. Zo kan er, langzaam maar zeker, rust dalen in onze harten. Kan er ruimte komen voor de vraag: wie wil ik zijn voor mezelf, voor de mensen om me heen en voor Gods aangezicht? Meedoen aan de vastentijd is geen verplichting. Wat van buiten wordt opgelegd, gaat neerdrukken,het houdt je klein en ontneemt je de adem. Meedoen aan de vastentijd is een mogelijkheid die je hebt, een vrijheid. De mogelijkheid om stil te staan, ruimte te maken in je leven en óp te ademen. Veertig dagen zonder tv-kijken, snoepen, autorijden, mobieltje… dat geeft ruimte voor bezinning, gericht leven, voor anderen en voor de Ander. Veertig dagen, of de resterende vierentwintig dagen van deze vastentijd… En lukt het niet, om je voornemens vol te houden, dan is dat niet erg. Omdat je het telkens weer opnieuw mag proberen. Tot het lukt om net zo vrij te leven als Jezus. Dan zal het Pasen zijn…

Ds. Marloes Meijer