Klassieke muziek, de woorden van het evangelie, een tafelgebed en brood en wijn om te delen, dat waren de ingrediënten van de eenvoudige, verstilde viering op Witte Donderdag. 

In stilte kwamen de eerste mensen binnen. Al snel bleek de kring te klein en opende deze zich. Stoelen werden bijgezet, omdat een ieder welkom is. Na het in alle rust en eerbied delen van brood en wijn, werden alle liturgische versierselen uitgedragen. Met een uitgedunde groep bleven we wat ontheemd achter aan tafel. Onder de klanken van een laatste lied verliet een ieder de kerk. De tafel bleef leeg achter, een paar servetten lagen er nog, als stille getuigen van wat er die avond gebeurd was.

Op goede vrijdag kwamen we in stilte de kerk binnen. Vooraan stond enkel de tafel, met daarachter de cantorij. Op het scherm werden afbeeldingen getoond van een kruisweg van Willem Hesseling. Bij de beelden werden teksten gelezen en soms ook een lied gezongen. Bijzonder hoe teksten, klanken en beelden elkaar versterkten. Het beklag Gods klonk en ook de andere teksten riepen de nodige emoties op. Toen de paaskaars gedoofd was klonk er nog één lied. Daarna verliet iedereen in stilte de kerk.

Zaterdagavond was een aantal gemeenteleden aanwezig op de De Parade om het paasvuur te halen.

Zondagmorgen werd dit binnengebracht tijdens de bijzondere Paasmorgenviering. We begonnen weer in stilte en leefden mee met Maria, die het graf bezocht. We bedachten met de kinderen hoe je kunt troosten, we luisterden naar Chiel en Anne-Marte die prachtige liederen lieten horen en waren interactief bezig met gebeden en wensen.

Met een grote groep gemeenteleden brachten we na de dienst in praktijk wat we die morgen hoorden: het kan ánders. We stelden ons open voor elkaar en genoten van het vele heerlijke eten en drinken, de muziek en creativiteit.

De deuren zwaaien open en we spoeden ons naar buiten naar ‘de andere leerlingen’, de mensen uit het dorp; zij mogen onze vreugde horen, de Heer is opgestaan, er is een nieuw leven begonnen.

Ds. Marloes Meijer