Het wordt kerst. Een tijd die voor veel mensen bol staat van gezelligheid, eten, lichtjes, samen zijn. Tenminste, als corona het toelaat. We hopen het natuurlijk van harte, dat het gaat lukken om samen te komen en samen kerst te vieren. Dat is echter niet vanzelfsprekend, weten we inmiddels.

Het maakt je onzeker en kwetsbaar, zo’n situatie. We zitten er al zo lang in en zouden er graag uit willen! Het gewone leven weer oppakken, zoals even mogelijk leek, van de zomer. We erkennen het niet zo makkelijk voor elkaar, maar het maakt je moe en kwetsbaar, al die maatregelen en onzekerheid.

‘Hoe kan het dan Kerst worden, als het allemaal zo lastig blijft?’ vraag je je misschien af. Met de groep van de cursus ‘Vieren’ deden we een lectio divina rond het verhaal van de aankondiging van de geboorte van Jezus. De engel Gabriël kwam naar een jonge vrouw, net verloofd, aan het begin van haar volwassen leven. Hoe onzeker en kwetsbaar kun je zijn. ‘Waarom zij’, vroegen we ons af. ‘Waarom iemand in zo’n kwetsbare positie? Waarom niet een ervaren vrouw, iemand die stevig in haar schoenen staat, niet zoveel te maken krijgt met de vooroordelen van haar omgeving?’ De engel zegt: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd’.

Begenadigd. Wat dat woord precies betekent was nog niet zo eenvoudig te verwoorden, maar dat het iets met genade en dus iets positiefs en vreugdevols, te maken heeft, was wel duidelijk.

Waarom werd zij zo genoemd, terwijl ze in de ellende werd gestort? Het verhaal vertelt over een leven zoals iedereen dat leeft. Een leven waarin kracht en kwetsbaarheid elkaar afwisselen. Hoe kwetsbaar is een mens? En nog meer: hoe kwetsbaar was een vrouw in bijbelse tijden?

Het antwoord? Zo kwetsbaar als het kind in haar schoot. Juist in die kwetsbaarheid wordt God geboren. Juist in uitzichtloze situaties kun je merken dat je God in je draagt. Dat je juist in dat onzekere, vermoeiende, lastige leven een licht kunt vinden dat het hele leven verandert, dat alle ellende niet wegneemt, maar wel dragelijk maakt.
Beste lezer, je bent begenadigd. De Heer is met je.

Ds. Marloes Meijer

– // –

 

Uit het hart, oktober 2021

Wat was het heerlijk om het nieuwe seizoen zo te beginnen: een mooie startdienst met zoveel mensen op het plein. Dank aan iedereen die daar een bijdrage aan had! Daarna een gemeentebijeenkomst waarin we zicht kregen op verschillende opvattingen en ideeën. In onze gemeente zijn verschillende mensen op allerlei manieren betrokken. Hansje en Imre lieten er iets van zien. Hoe kunnen we die mensen betrokken laten zijn op elkaar en hoe kunnen we eenieder recht doen? Dat zijn de grote vragen voor de toekomst. En dat ‘we’ zijn u en ik en iedereen. Want dat is het uitgangspunt: we zijn een gemeente, geen service-instituut.

In onze samenleving raken we steeds meer gericht op de dingen waar we ‘recht’ op hebben, wat we willen hebben. We zijn, zeker in ons relatief welvarende stukje wereld, eraan gewend dat we dingen kunnen kopen. Veel wordt voor ons gedaan. Niet voor niks hoor je dan ook dat ‘de overheid’ iets moet, of ‘ze’ of ‘men’.

Ik hoop dat we dat in de kerk anders doen. In de kerk zijn we een gemeenschap van mensen onderweg naar Gods toekomst. Een toekomst die wij zelf waar kunnen maken en die als genade op ons toe komt, zo geloven we. Een toekomst dus, waar we allemaal een steentje aan bij kunnen dragen. Ik houd van onze protestantse kerk omdat precies dat het uitgangspunt is: we doen het met elkaar.

Dat valt niet mee overigens. We zijn zo gewend geraakt aan anderen die iets doen, aan vragen en eisen, aan verwachten dat het wel gebeurt, een ander zal het wel oppakken. Zo is het niet. In de kerk moeten we het met elkaar doen. En soms gaat het dan mis, of niet optimaal. Soms gebeurt iets niet (goed) omdat er niemand is om het op te pakken. Dat is jammer, maar dat is precies wat ons tot mensen maakt: we kunnen niet alles, we maken fouten, maar dat weten we van elkaar en dat accepteren we. We helpen elkaar weer overeind, staan op en gaan weer verder. Op die manier zijn we als gemeente met elkaar onderweg.

We leren het van de vogels. Die vliegen in V-formatie, en telkens als de voorste moe wordt, gaat een ander voorop. Valt er een vogel uit, dan blijven twee anderen samen met die ene achter. Tot ze weer verder kunnen. Zo vliegen zij op de kracht van de wind hun toekomst tegemoet.

Ik hoop dat wij die houding ook kunnen aannemen. Dat iedereen een steentje bijdraagt en dat we met elkaar de juiste weg zoeken. Slingerend, struikelend, maar wel ‘met elkaar’, vliegend op de kracht van de Heilige Geest. Dat vraagt van de kerkenraad om niet langer te vragen ‘waar kunnen we u mee van dienst zijn’, maar ‘wat kunnen we met elkaar doen?’. Dat vraagt van mij om mensen met elkaar in verbinding te brengen, in plaats van zélf overal heen te vliegen. Dat vraagt van alle gemeenteleden om niet te vragen ‘kunnen jullie…?’, maar te vragen ‘kunnen we…?’.

Het is lastig, we zijn het zo anders gewend. Maar ik weet zeker dat we op deze manier nog heel lang met elkaar onderweg kunnen blijven, als mensen op weg naar Gods toekomst.

Ds. Marloes Meijer