De zuster die mij kwam ophalen, keek met verbazing naar de kop koffie (met melk en suiker). In de wachtkamer stond de koffie klaar en ik had er echt niet bij nagedacht. “Hoe kunt u dat nu doen!? Ook nog met melk!” En ik dacht aan het drupje melk in de koffie. Dus zweeg ik als het graf over het bord pap dat ik die morgen ook nog had toegevoegd aan mijn ingewanden.

Na driekwart jaar wachten op deze oproep, waren de voorbereidende gesprekken blijkbaar weer diep weggezakt. Ik herinner mij achteraf dat ik de uitleg over de ruggenprik geruststellend vond. En ik had dus niet opgeslagen dat eventueel wordt uitgeweken naar “normale” verdoving, waarvoor je – volgens voorschrift – nuchter moet zijn.

Ik zag mijn naam al weer onderaan de wachtlijst staan. Plus de rekening van de zorgverzekeraar die dit vast tot mijn eigen verantwoordelijkheid zou rekenen en niet tot hun risico. Maar ik werd twee uur ergens geparkeerd. “Hoop dat u er tenminste van genoten hebt?” Ja, dat had ik. Ik voelde me prima.

Tot nu toe is u waarschijnlijk volkomen onduidelijk waarom ik u ter overdenking lastig val met mijn eerste ziekenhuiservaring als dagpatiënt. Het schept hoogstens wat verbondenheid met iedereen die ooit onder het mes is geweest en mogelijk wat vertrouwen voor iedereen die ooit onder het mes zal komen. Het gaat me om de ervaring van de verdoving.

De ruggenprik lukte. Daarmee verdampte het schrikbeeld van de chemische reactie in mijn lijf, als de verdoving zich zou mengen met de melk in mijn maag. Daarvoor in de plaats het wonderlijke gevoel dat een deel van je lijf even buiten controle is. Handig als er in gesneden wordt. Maar dat is zo klaar. Je kunt naar huis. Als alles het weer doet.

Voordat je kunt opstaan moet eerst alles weg dat je verdooft, alles dat je belemmert om volwaardig mens te zijn. Daar kun je zelf veel aan doen; goed voorbereiden en zo. Maar dan moet je jezelf overgeven. Het is een ander die je er doorheen trekt. Je bent totaal afhankelijk. En voordat je weer op kunt staan, moet je tijd geven. In lagen voel je het leven terugkeren.

Als de pijnstillers uitgewerkt zijn, voel je zelfs meer leven dan daarvoor. Omdat je jezelf er beter van bewust bent hoe bijzonder het is, dat alles het gewoon doet. Dan mag je gaan staan en zet je voorzichtig je eerste stappen. Het bloed begint weer te stromen en wat voorheen normaal was, doet het weer. Opnieuw.

Voor wie er niet bij stil heeft gestaan, is het na het Pasen niet veel anders dan daarvoor. Maar voor wie dat wel deed, is een nieuwe levensfase begonnen. Er is een “ervoor” en er is een “erna”. De beleving van Pasen zal voor ieder verschillend zijn. Maar wie het meebeleeft, heeft ervaren dat we na Goede Vrijdag herademen. De zon gaat weer op. De eerste dag.

Na Pasen mogen wij opnieuw mens worden. Meer dan ooit bewust van ons leven; waar we zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen en waar we afhankelijk zijn. Ook wanneer we het moeten overgeven en vertrouwen op de ander. Of de Ander. Zelf kunnen doen wat nodig is. Soms moet je gewoon goed lezen wat er staat. En laten wat normaal is. Om beter mens te worden.

 

ds. Roel Knijff