Soms lijkt het of alles bij elkaar komt. Het vieren van nieuw leven wordt opeens verbonden met het verlies van leven. Zo hoopgevend vol van toekomstverwachting het begin, zo adembenemend confronterend het einde. Vreugde en verdriet kunnen onlosmakelijk verbonden worden in het teken van de doop. De belofte blijft dezelfde: Ik laat jou niet los in het leven dat jou wacht. Ik laat jou niet los op je weg naar en door de dood.

Het einde van het kerkelijke jaar is het moment waarop we er in de kerk bij stilstaan. We laten een jaar achter ons waarin er veel gebeurd is. We zullen de namen noemen van ieder die we moesten loslaten. Maar ook de namen van wie erbij kwamen. Alles komt bij elkaar. Verdriet en vreugde worden onlosmakelijk verbonden. Zo zien we niet alleen terug op een jaar, maar ook vooruit naar Kerst. Het wordt Advent, de tijd van verwachting en verlangen.

Wat kun je daarmee als je zelf worstelt met het bericht dat ziekte aan je vreet? De confrontatie met het gegeven, dat alles in een ander perspectief plaatst. Opeens is er een leven van voor en van na die tijd. De confrontatie met de waarde van alles wat je lief is en je niet zou willen missen. Alles wat daarvoor nog gewoon was, ook al wist je toen ook al wel hoe bijzonder het was. En iedereen om je heen wordt meegetrokken en wordt tot op zekere hoogte ook deel van je ziekte.

Het bewustzijn bij leven staat tijdens de herfst al snel in het teken van de vallende bladeren. Wij ademen op de seizoenen, zodat de eindigheid zich bijna als vanzelfsprekend opdringt. Het kerkelijke jaar gaat daar niet aan voorbij. Maar het helpt ons mee te beseffen dat dit niet op zichzelf staat, maar juist dankzij de continuïteit een inbedding krijgt. Zoals wij iedere zondag Pasen vieren, zo wordt de herfst de tijd van verwachting en verlangen. Van geloof in de voortgang.

Ik ben diep onder de indruk van de wijze waarop mensen de confrontatie met hun eigen kwetsbaarheid hanteren, met grote waardigheid. En een proces van verdieping waar alles uitgezuiverd wordt, op wat echt relevant is. Zonder te verhullen hoe diep het raakt en hoe moeilijk het blijft.

Maar juist in verbondenheid met iedereen die ons lief en dierbaar is. Menselijke verbondenheid, maar ook in het (geloofs-)vertrouwen dat jij, je lichaam, je geest en je leven niet op zichzelf staan.

Hoe het de komende tijd ook zal gaan, we hebben als (geloofs-)gemeenschap al veel met elkaar meegemaakt. De laatste zondag staat net zo min op zichzelf als de eerste zondag. Als wij de zondag vieren, dan vieren we het leven, zoals het ons wordt toegewenst. En dan zullen we ons ook gezamenlijk verzetten tegen alles wat dit weerspreekt. Samen de verwachting en het verlangen levend houden. Het in ieder kind zien. Zelf kind worden. Van God geboren.

ds. Roel Knijff