Afgelopen zondag realiseerde ik mij dat we met onze kerk een grens genomen hebben. Vanaf nu zullen we spreken over de kerk van voor en van na de verbouwing. Gaandeweg zal er nog van alles aan het licht komen, maar we hebben de kerk in gebruik genomen en dus leven we nu ‘na de verbouwing’: vanaf het moment dat we plannen durfden maken, tot het resultaat dat we nu bewonen.

Er zullen nog heel wat eerste keren volgen: bijvoorbeeld de eerste keer ‘koffie in de herberg’. Hoe gemakkelijk zullen we de ruimte weer helemaal in gebruik nemen, zoals we dat met de oude inrichting onbevangen deden. Met respect voor de ruimte, maar ook praktisch: dit is de ruimte waarmee wij het moeten doen. En juist daardoor komt de kerk misschien wel meer tot leven dan wanneer het een heiligdom blijft.

Bij de opening kunnen we iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van dit prachtige resultaat. Uit alles blijkt dat het niet zomaar een klus voor hen was. We voelen hoe er met liefde aan onze kerk gewerkt is. Dat zit in de details, maar ook in het geheel. Ik vermoed dat het voor bezoekers straks lastig is om de verbouwing te dateren, als de glans van het nieuwe er wat van af is. Het voelt zo natuurlijk, dat velen zullen schatten dat dit blok achter in de kerk er al veel langer staat.

Wie denkt dat nu het grote werk gedaan is, zal verrast zijn.

Ondertussen zijn er ook plannen gemaakt voor een nieuwe inrichting van de landelijke kerk. Het lijkt of daar alleen nog maar over de kerk wordt gedacht in het perspectief van krimp. Natuurlijk zijn er een paar pioniersplekken, waar een poging wordt gedaan om ook te blijven denken in het perspectief van groei. Dat lijkt voor ons wat overdreven, maar op onze eigen wijze zijn wij ook aan het pionieren.

Met de nieuw ingerichte kerkruimte krijgen we wat dat betreft een impuls. Hoe kunnen we nog beter dan tot nu toe, de ruimte die we bewonen met leven vullen. Het oudste plekje van het dorp, waar altijd lief en leed gedeeld werd. Een beetje tegen de tijdsgeest in; het doet er wel toe waar je woont en waar je naartoe gaat om anderen te ontmoeten. Hier kun je stil staan bij de waarde van je leven als verlengde van je eigen huis. Met de mensen die dichtbij zijn.

Met de opening krijgen we de eerste kans om dat uit te dragen. En dat is nog maar het begin. Zelf hebben we de kerk met Kerst al in gebruik genomen. Dat is niet zomaar een moment: het is de geboorte van nieuw leven. Natuurlijk de geboorte van Jezus. Maar ook het feest van de geboorte van de belofte, pril en vol verrassende potentie. In dat beeld voegen wij ons als kerkelijke gemeente. Niet toegeven aan de krimp, maar geloven in bloei op de wijze en de schaal die bij ons past.

De kerk van Engelen is een jonge kerk. Wij hebben de krimp al voorbij zien komen. Wat de kerk elders nog moet ontdekken hebben wij al doorlopen: gaan tot de rand van je voortbestaan en dan ontdekken hoe je spelenderwijs nieuwe vormen van samenkomen en ontmoeten kunt introduceren. Tot nu toe gewoon op zondagmorgen in de kerk. Maar we weten dat dit kwetsbaar is, als we dat niet verbinden met het dagelijkse leven. Hoe kan de kerk in het midden staan? Er is nog veel te doen.

Ds. Roel Knijff