Sinds onze gemeentezondag staan er al een twintigtal nieuwe liedboeken in de kerk. We zullen gaandeweg de tijd steeds vertrouwder raken met de liederen, ook al besef ik als geen ander dat het wel even zal duren voor we ze allemaal kennen. Eerlijk gezegd is dat bij het vorige liedboek ook nooit helemaal gelukt.

We willen proberen elkaar te helpen om ons het liedboek beter eigen te maken. Dat kan natuurlijk rond de vieringen, met ondersteuning van de cantorij, maar we willen samen ook een paar speciale avonden organiseren om te oefenen; niet alleen om de liederen te leren kennen, maar ook bij het gebruik van het boek.

Om er voor te zorgen dat we ook wat volume samenbrengen willen we de avonden samen met Vlijmen en Drunen organiseren. Daarmee helpen we elkaar en we ontmoeten elkaar ook eens op een andere wijze. Nadere informatie over de thema’s, de data en de locaties volgt. ds. Roel Knijff

Nieuw Liedboek Gemeentedag Afbeelding 24 Afbeelding 26 Een nieuw liedboek

Een nieuw liedboek. Zaten we daarop te wachten? Wie heeft er met verlangen naar uitgezien? Ook zonder nieuw liedboek vonden we onze weg door het aanbod van nieuw geschreven liederen. Dat is toch te groot was om ze allemaal te kennen, laat staan te bevatten en te leren. Waarom toch, helemaal als er zoveel verschillen zijn in stijl en kwaliteit?

Net zoveel verschillen als we vinden in de kerk. Over smaak valt niet te twisten. Als we het daarover eens zijn, mag iemand mij uitleggen hoe zich dat verhoudt tot verschillen in stijl en kwaliteit. Is het een kwaliteit als iedereen een lied uit volle borst kan meezingen? Of is het kwaliteit als het theologisch verantwoord is?

De bizarre discussie in Nederland rond het Kroningslied heeft blootgelegd hoe verschillend ieders oordeel tot stand komt. En iets vergelijkbaars zal ongetwijfeld rondom het nieuwe liedboek gebeuren nu duidelijk is wat er wel en wat er niet in staat. Een achterhoedegevecht; het is er. Waar het om gaat, is hoe we het gebruiken.

Wat dat betreft is de algemene instelling dat we het maar gewoon gaan uitproberen. Niet omdat de synode dat heeft aangegeven, maar omdat het de enige manier is om als gemeente te ervaren of dit het boek is dat je kiest als uitgangspunt voor de vieringen. Een beetje vergelijkbaar met de Nieuwe Bijbelvertaling.

Veel spannender is de vraag hoe we ons toch in onze eigen kerk blijven herkennen, met al die verschillen in beleving en daarmee in de beoordeling van de kwaliteit. Tot nu toe kon ik vrij eenvoudig voorgaan in een gemeente waar ik nog niet eerder was geweest. Maar mijn lijstje met vragen wordt steeds langer: wat is hier gebruikelijk? Het is de vraag of dat erg is.

Maar het legt bloot dat de vanzelfsprekende onderlinge band tussen gemeenten kleiner wordt. Wij weten het nog van onze buren, maar hoe het een paar straten verder gaat, daarvan hebben we geen idee. Terwijl we tegelijkertijd zien dat de kerk steeds kleiner wordt. Dat lijkt tegenstrijdig, maar is het dus juist niet. We trekken ons terug op onszelf.

Ook de theologie wordt steeds minder relevant. Dat past in de maatschappelijke tendens, dat de maat van wat goed is, prima door onszelf bepaald kan worden. De tijd dat de dominees het beter wisten, is al lang voorbij. Maar het valt op dat er ook steeds minder gebruik gemaakt wordt van deskundigheid; het lijkt nauwelijks een voordeel dat je er meer van weet.

Natuurlijk vinden we dat niet bij een piloot en een chirurg. Waarom dan wel als het gaat om  andere vakgebieden. Ik vermoed dat we toegaan naar een kerk die uiteenvalt in een Doe-het-zelf- kerk en een Vakkerk. Zoals je ook bij andere ambachten ziet. Wat je zelf kunt, doe je zelf en wanneer je een vakman nodig hebt, zoek je een goede op.

De Protestantse kerk heeft er al in de Reformatie voor gekozen dat er geen lekenpredikers voorgaan. Om te voorkomen dat de reflectie en verantwoording in de verkondiging zou ontbreken. We zijn nu gekomen op een punt dat het de vraag is of we dat nog steeds een doorslaggevende kwaliteit vinden.

Wat heeft dat met het nieuwe liedboek te maken? De verschillen in het liedboek zijn zo groot dat een gemeente moet kiezen tussen de liederen die gezongen worden. Dat noemen ze het muziekprofiel. Maar waar je ergens voor kiest, kies je ook ergens tegen. En als gevolg daarvan zullen gemeenteleden zich ergens meer of minder thuis voelen.

Sommige liederen vragen veel ondersteuning van een cantor, andere niet. Sommige vragen begeleiding van een piano, andere van een band. Enzovoort. Omdat dit proces zich gelijktijdig voordoet met het hiervoor beschreven proces, zou het liedboek een katalysator kunnen zijn van een herkaveling in de kerk.

Is dat erg? Op zich niet, als die eredienst het enige zou zijn dat ons tot kerk maakt. Maar tot nu toe gingen we er van uit dat de kerk een gemeenschap was. Van mensen die elkaar in geloof ontmoeten en bemoedigen. Hoe verschillend wij voor het overige ook zijn. Kerk zijn is veel meer dan samen op zondag naar de kerk gaan; we zijn een geloofsgemeenschap.

Dat heeft een meerwaarde die je verder in de samenleving maar zelden zo diepgaand terugvindt. Wat mij betreft is dat onopgeefbaar waardevol. Een kwaliteit van de kerk. Maar door mijn smaak bepaald. Het past bij mijn beleving van de kerk dat je elkaar kent en naar elkaar omziet.

Zo zie ik hoe het nieuwe liedboek past bij een kerk, die meer dan pluriform zal zijn. De uitersten die er altijd geweest zijn, worden nu zichtbaar door het liedboek dat in de bank ligt. Die keuze mag iedere gemeente zelf maken. Ook wij.

 

ds. Roel Knijff