Bij de bespreking van de nieuw verschenen Bijbel in Gewone Taal, viel mij weer op hoezeer er een taalscheiding is tussen protestanten en katholieken. Protestanten gebruiken het woord “zalig” niet. Of tenminste niet in de betekenis die met geloof verbonden is. Want het eten mag best zalig smaken. Maar een protestant zal je geen zalig Kerstfeest toewensen.

Voor ons beiden is het kerstverhaal dragend in onze geloofsbeleving. Met daarin Jozef, Maria en het kind. Voor protestanten is Maria niet minder moeder van Jezus, dan voor katholieken. De grote plaats die Maria inneemt in de geloofsbeleving, heeft niet te maken met het verschil in haar moederrol.

Maar voor protestanten is de rol Maria wel feitelijk beperkt tot de rol van moeder. Bijna de rol van draagmoeder. Als God zelf kinderen had kunnen krijgen, was Maria buiten beeld gebleven. En dus ook de hele romantiek van Kerst. Tenminste als het gaat om het christelijke deel daarvan. Ik kan het me allemaal maar moeilijk voorstellen.

Met deze gedachte zouden we de theologie voor de Schrift plaatsen. Gelukkig is de goede volgorde andersom. Het Evangelie komt tot ons via de Schrift. En daarin neemt Maria de vooraanstaande plaats in, zoals ook protestanten haar kennen. Maria was een kindmoeder, zoals in die tijd niet ongebruikelijk was. Uitgehuwelijkt aan Jozef. Gelukkig een goede man.

Gemakshalve ga ik er van uit dat katholieken niet vrouwonvriendelijker zijn dan protestanten. Ook in onze kerk heeft het lang geduurd voordat vrouwen het ambt mochten bekleden. En ook theologisch waren er nauwelijks verschillen in de beperkte rol voor de vrouw. Met als enig onderscheid dat dominees het leven mochten delen met een vrouw.

Een wezenlijk verschil in de beleving kunnen we ontdekken in de theologie van de voorspraak. Het verzoek aan heiligen om de grote afstand tot God te overbruggen en namens ons mensen een bede onder de aandacht van God te brengen. Bij de keuze van die heilige was Maria populair, omdat zij God zo nabij gekomen was. En vrouw is.

Omdat protestanten niet op deze wijze denken, zien wij het eerder van de andere kant: Maria heeft een wezenlijke plaats in de heilsgeschiedenis omdat God haar zo nabij gekomen is. Maar dat is niet iets, dat ze nu nog ten gunste van ons zou kunnen inzetten. Die hele gedachte is ons vreemd. Daarmee ontvalt de extra geloofsbetekenis van Maria.

In onze voorbereiding op Kerst zou ik daar toch het volgende aan willen toevoegen. Allereerst de betekenis van incarnatie: het vleesworden van God. Theologisch gezien al mooi, maar het confronteert ons ook met een wezenlijk onderscheid tussen man en vrouw. Een vrouw kan kinderen baren. Zou haar dat niet meer verbinden met het wonder van leven, de menswording? Het gegeven waar het bij Kerst ten diepste over gaat. De moeder in iedere vrouw, waar iedere man van afhankelijk is. Zelfs God als het gaat om de incarnatie.

Nog spannender is de theologisch hardnekkig volgehouden maagdelijkheid van Maria. De zuiverheid, die noodzakelijk is om het goddelijke te naderen. Wat is de boodschap die hierachter schuilgaat? Een uitnodiging aan iedere vrouw om seksloos door het leven te gaan? En iedere man ook? Of gaat de maagdelijkheid ten diepste over de ontvankelijkheid? Delen in de zuiverheid waar het ten diepste om gaat? Een maagdelijkheid die je kunt behouden, als je zuiver blijft in je leven. Zodat je God kunt ontvangen. En dan echt Kerst vieren. Als Maria.

 Ds. Roel Knijff