In het hele land hebben we het uitbundig gevierd. Alle kerken die behoren tot de PKN, hebben de deuren open gegooid en overal waar een gemeente is, kon niemand er om heen: er is één Protestantse Kerk in Nederland en we laten de anderen graag delen in de vreugde van ons geloof. Dat stralen we ook uit. Zo zijn we herkenbaar. En iedereen die daarin delen wil, is welkom.

Wie zich in verwarring afvraagt hoe het mogelijk is dat je zo’n groot feest gemist hebt: het liep anders. In Nijkerk was er een mooie kerkdienst. Heel divers. Een presentatie van de Protestantse Kerk zoals je die nergens tegenkomt, maar een brede indruk geeft van alle verschillen die er tussen de gemeenten zijn. Op televisie uitgezonden op zondagmiddag. Toen in heel Nederland kerken hun startzondag hadden. Hoe kon het u ontgaan?

Komende maandag – als ik dit schrijf is het 20 september – mogen alle predikanten naar Amsterdam komen. Met als hoogtepunt de groepsfoto op de Dam. Of we allemaal onze toga willen meenemen. Het wordt ongetwijfeld een plaatje dat het in de pers goed zal doen. Dus jammer als u het gemist hebt. Via Google is het vast nog wel te vinden. Let u vooral op de onderlinge verschillen tussen de uitersten zwart en wit. Dat is nu samen één kerk. Al tien jaar.

In Trouw stond een mooi overzicht van de gemiddelde dominee. (Witte) man rond de 55. Met gezin. Uitwonende kinderen. Nauwelijks actief op de sociale media. Leest Trouw. In tegenstelling tot de landelijk gewenste uitstraling steekt de dominee weinig tijd in missionaire activiteiten, jongerenwerk en diaconie, maar vooral in de zondagse eredienst, pastoraat (en natuurlijk veel vergaderen, maar dat staat er weer niet bij).

In het vorige Samen kon u lezen dat ik inmiddels mocht toetreden tot het gezelschap van de vijftigers. Hoewel ik onder de 55 zit en dus het gemiddelde van de leeftijd iets naar beneden trek, stelt het niet veel voor. Grijze middenmoot. En het voelt ook echt een beetje saai. In plaats van de vrolijke jonge kerk die we zo graag presenteren, ziet de werkelijkheid er een beetje anders uit.

Maar eerlijk gezegd vraag ik me tegelijkertijd ook af wat de gemeenteleden eigenlijk willen. Gelukkig ervaar ik dat in Engelen niet zo, maar vaak kom ik elders in de kerk tegen dat het juist de gemeenteleden zijn die de kerk graag zo normaal mogelijk willen houden. “Dominee; het gaat om de zondag en het pastoraat.” Dat zou betekenen dat de gemeenteleden in de kerk eigenlijk heel erg blij zouden moeten zijn met de stand van zaken.

Dan hebben we goed beschouwd maar één probleem. Dat onze jongeren niet begrijpen dat het eigenlijk allemaal zo heel erg prima is. Hetzelfde geldt voor de nieuwe leden. Dat ze in ons dorp niet allemaal komen kijken hoe goed we het in de kerk met elkaar hebben getroffen en daarbij willen horen. Maar we weten allemaal: zo eenvoudig is het niet. Het verlangen naar een vrolijke jonge kerk is terecht, als we dat verstaan vanuit de zorg dat de kerk in de huidige vorm wankelt.

De Protestantse Kerken in het zuiden waren al veel langer samen. Die tien jaar gaat slechts over een handtekening die rijkelijk laat gezet is. Nog steeds gaat er veel te veel tijd en energie zitten in ons instituut kerk. Maar de kerk is niet meer dan de optelsom van levende geloofsgemeenschappen. Zo zien wij dat tenminste als Protestanten. Als de bezieling uit die gemeenschappen verdwijnt, is er straks niet veel meer te vieren.

Die bezieling is niet meer en niet minder dan ons geloof. Geraakt door het evangelie staan wij samen midden in het leven. Daarvoor willen we God danken en eren. Daarover willen we zingen en willen we steeds opnieuw horen hoe het met ons eigen leven te maken heeft. Jong en oud. In gebed kunnen we alles wat ons bezighoudt, voorleggen, hoe intiem ook, hoe pijnlijk, hoe schandelijk of hoe fout ook. Als we ons maar steeds op God richten en het beter doen.

En als we er zelf niet uit komen, dan staan we er niet alleen voor. Midden in de gemeenschap worden we door de anderen opgetild. En door God zelf. Vaak anders dan verwacht. Dat wordt vaak niet gezien. Dat is een stille kracht, die voor buitenstaanders bijna altijd onzichtbaar blijft. Soms wordt het even wel zichtbaar, als mensen elkaar ontmoeten. Aan een bed of om een graf.

Iedereen die dit dierbaar is, kan ik gerust stellen. Dat zal altijd blijven want dat hoort bij de kerk. Maar iedereen die denkt dat de kerk zoals we die nu kennen, altijd wel blijft, roep ik op daar dan ook alles voor te doen. Want dat is niet vanzelfsprekend. We hadden er beter voor gestaan als 40 jaar geleden die Protestantse Kerk was gevormd. Dan was het een voorhoedekerk geworden. Nu is het een compromissenkerk. Ter geruststelling: over vijftien jaar is het overgrote deel van de huidige predikanten met pensioen (en ik waarschijnlijk nog niet).

Roel Knijff