Er trekt een stroom mensen door Europa.

De reis die wij zelf ooit met de trein maakten van Thessaloniki naar München, dwars door wat toen nog Joegoslavië was, is nu de route die we dagelijks op de televisie zien. Vooral het deel dat zij uit de trein komen en weer een andere grens proberen te nemen. Met het uiteenvallen van Joegoslavië, zijn dat er nogal wat.

Tragisch genoeg is het ongeveer dezelfde route die de Joegoslaven zelf namen toen er onderling oorlog was.

Deze was toen al niet echt comfortabel; 24 uur in de trein met allemaal rugzakkers die natuurlijk geen cent te veel uitgaven. Ik herinner mij een traag stampende trein en eindeloze vlakten. Maar we reden in éen keer door naar München. De Europese eenwording, het opengaan van de grenzen en de gemeenschappelijke munt ging tegenstrijdig genoeg, samen met een opknippen van Interrail in verschillende regio’s.

Helaas valt het gebrek aan onderlinge bereidheid om te komen tot afspraken hierover in het niet, bij de mensonterende beelden van mensen op volksverhuizing. Je zou bijna denken dat er een wegbrede rij mensen van Thessaloniki naar nu de Sloveense grens staat. Het is duidelijk dat aan de andere kant van de grens de schrik er goed in zit. En we zouden bijna vergeten dat er ook nog steeds een stroom mensen door Italië naar ons toekomt.

Ondertussen is in Nederland bijna iedere plaatselijke gemeente in onderling gesprek over de wijze waarop wij eventuele gasten in ons midden ontvangen. De wijze waarop dat gebeurt haalt duidelijk “het beste” in de mens naar boven. Blij dat wij in een vrij land leven, waarin iedereen even veel waard is en de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken. Het zou mooi zijn als dat zowel kan bij zorgen over de opvang, als over het besef van medeverantwoordelijkheid.

Daarbij is het blijkbaar heel lastig voor wie publieke verantwoordelijkheid draagt, om inhoud te geven aan moreel leiderschap.

Waarom horen we alleen gekrakeel of oorverdovende stilte, als er evident behoefte is aan gerichte oriëntatie op de basiswaarden van onze samenleving en aan veiligheid? Er zijn andere momenten van crisis geweest dat er collectief verantwoordelijkheid werd genomen. Zonder eerst electoraal te denken.

Daar waar in andere omstandigheden de kerk zich op dit punt nog wel uitsprak, lijkt het bijna spreekwoordelijk waar te zijn dat de kerk vooral met zichzelf bezig is. En zoals burgemeesters door de landelijke politiek in de kou worden gelaten, omdat zij plaatselijk maar moeten oplossen wat de gevolgen zijn van landelijk beleid, zo mogen kerkelijke gemeenten de onderlinge worsteling aangaan om zich tot deze grote vragen te verhouden.

Natuurlijk zal dat niet zo gaan, zoals wij dat zien op betrokkenheid bij de zorg voor de opvang van vluchtelingen, er ook gemeenteleden zijn die hun komst met angst en beven tegemoet zien.

En zich niet veilig voelen, laat staan van harte aan de opvang kunnen meewerken. Waarom helpen wij elkaar niet door een visie vanuit de kerk, waar de plaatselijke gemeente haar voordeel mee kan doen?

En er is een verschil tussen de individuele vluchteling en de collectieve vlucht van velen; een verschil tussen levensreddende opvang, noodopvang, tijdelijke opvang en blijvende opvang. En een verschil tussen de mens die je in de ogen kijkt en de stroom die zich een weg baant. Wie kan ons trekken uit de machteloosheid van bureaucratisch denken, dat zich niet kan verhouden tot wat niet is voorzien. Misschien is het nu de tijd dat wij weer bakens moeten plaatsen. Bijna letterlijk.

De scheiding tussen kerk en staat brengt met zich mee dat de kerk zich niet met het beleid bemoeit. Maar die scheiding geeft juist ruimte om christelijk gefundeerde waarden aan te reiken. Al was het ter oriëntatie. Voor beleidsmakers. En voor mensen die richting zoeken. Hoe kunnen we voorkomen wij dat door angst en lamlendigheid het meest wezenlijke dat er na de oorlog is opgebouwd aan onderlinge vrede in Europa, bedreigd wordt door gebrek aan visie en moed.

Als wij ons zelf weer oriënteren op het evangelie, dan is het voorbeeld van Jezus voor ons schokkend concreet. Hij was er voor iedereen die op zijn weg kwam. Vanuit de stroom mensen was er altijd de ontmoeting met een mens. Hij gaf zichzelf. Wanneer er velen waren deelde Hij tot er voor ieder genoeg was. En over was. Als het ging om principes, dan confronteerde Hij zonder compromis. Daarvoor staat het kruis symbool. Niet als teken van het einde, maar van begin van leven.

Wij zijn als Europese landen in een trein gestapt. Soms lijkt het er op dat wij niet meer weten van welk station wij komen. En nog minder lijken we te weten waar we naartoe reizen. Als de trein niet te vol zit en de catering goed functioneert, dan is de reis redelijk comfortabel. Maar het is wel vreemd dat we weer terug willen naar Egypte, als de trein vol stroomt. Is het echt zo dat er geen zitplaatsen meer zijn? Of kan er wat bagage in de rekken. En is het echt zo dat we naar dezelfde bestemming reizen? Of zoekt ieder een ander station en kunnen we elkaar helpen de weg te vinden.

ds. Roel Knijff